Eleonora Lodewijks vond keuteltjes in de tuin. Ze heeft geen idee welk dier ze daar heeft neergelegd. Sporenkenner Aaldrik Pot van Staatsbosbeheer geeft antwoord.

"Ik heb een redelijke kennis van keutels maar hiervan heb ik géén idee. Ze zijn erg klein, één centimeter, en het waren er een aantal bij elkaar", mailt Lodewijks naar ROEG! Het diersporenboek op de redactie bood geen antwoord, maar Aaldrik Pot ziet het meteen: "Het is poep van grote rupsen, zoals rupsen van pijlstaarten of andere grotere nachtvlindersoorten."

Het zou de rups van een ligusterpijlstaart kunnen zijn. Deze nachtvlinder heeft redelijk opvallende kleuren, de groengekleurde rups valt daarentegen niet zo op in een groene omgeving. De in verhouding grote keutels op de grond verraden zijn aanwezigheid. De rups wordt zo'n tien centimeter, een keutel van een centimeter is dus best groot.

De tijd is nu aangebroken dat de rupsen een plek zoeken om als pop te overwinteren. Ze kruipen dan in de grond, soms wel dertig centimeter diep, en komen er in de zomer als vlinder weer uit.