Verrassend gebruik van havezate De Klencke; van jeugdherberg tot bordeel

Zaterdag 31 Oktober 2020
  • De geschiedenis van Havezate De Klencke start in 1520 (Rechten: Natuurmonumenten)

Het is een bescheiden maar met een rijke geschiedenis omhangen monument: havezate De Klencke. Het precieze bouwjaar van het landhuis is onbekend maar zeker is dat het in de zestiende eeuw al bewoond werd.

Het landhuis en gelijknamige landgoed liggen in de buurt van Oosterhesselen in de gemeente Coevorden. Het landgoed is zo'n zeshonderd hectare groot en omvat een aantal boerderijen waaronder het Tolhoes dat vroeger als tolhuis dienst deed.

Het begin

De Klencke dankt zijn naam waarschijnlijk aan de bocht in het Drostendiep waaraan het landhuis zich bevindt. Een klencke, klinge of klang duidt namelijk een geul of ondiepe plek in een rivier of beek aan. De eerste bewoners waren leden van de familie Clenk of Clinke, een naam die al in geschriften uit 1210 voorkomt. Rond 1460 liet eigenaar Gerrit Clenk aan het Drostendiep een watermolen bouwen om koren te malen.

Sindsdien wisselde het huis vele malen van eigenaar totdat in 1687 de familie Van Dongen het perceel in handen kreeg. Lid van de familie Cornelis van Dongen tot de Klencke werd in 1712 toegelaten tot de Ridderschap van Drenthe, het toenmalige provinciale bestuur, en werd in 1743 benoemd tot drost van Drenthe. Het Drostendiep is naar hem vernoemd.

Privileges

Om lid te worden van het Ridderschap moest je van adel zijn en bovendien een landgoed, borg of havezate bezitten. Het bezit van een landgoed als De Klencke bracht ook andere privileges met zich mee zoals visrecht, jachtrecht en het collatierecht of benoemingsrecht van de schoolmeester en predikant van Oosterhesselen. Bij Besluit van Ridderschap en Eigenerfden werd De Klencke op 8 maart 1698 één van de achttien erkende havezaten van Drenthe.

Verbouwing

Halverwege de achttiende eeuw werd het landhuis verbouwd, in 1760 kreeg het zijn huidige vorm. Twee torens verdwenen en het hoofdgebouw werd uitgebreid met twee zijvleugels. Een bouwhuis en een stalhuis werden bijgebouwd. Het bouwhuis staat er nog steeds en is in het verleden gebruikt als stal en als werkplaats. Bijzonder zijn de verzaagde zeventiende-eeuwse grafzerken in de gevel van het gebouw.

Herman van Welvelde die in 1558 eigenaar van het landhuis werd, zou volgens de overlevering een aanvaring gehad hebben met het kerkbestuur van Oosterhesselen. Uit nijd liet hij de grafzerken van zijn familie uit de kerk verwijderen en opslaan bij hem thuis. Twee eeuwen later werden de zerken gerecycled.

Twintigste eeuw

Na eeuwenlang met enige regelmaat van adellijke eigenaar gewisseld te zijn, kreeg het landgoed in de twintigste eeuw andere bestemmingen. In de jaren dertig huisden er een jeugdherberg en een tehuis van de geheelonthouding. Ook werden er in de crisistijd werklozen ondergebracht. In de Tweede Wereldoorlog deed het landhuis enige tijd dienst als bordeel waar dames uit Rotterdam Duitse militairen van dienst waren.

Vormingswerk

Het Classicaal bestuur van de Nederlandse Hervormde Kerk Emmen richtte in 1948 in de havezate het Vormingscentrum De Klencke op. Doel was de 'opbouw en bloei der Nederlands Hervormde Kerk te bevorderen en in het bijzonder binnen de classis Emmen en ten dienste en nutte van het kerkelijk jeugdwerk en ander kerkewerk'.

De havezate werd verbouwd tot conferentiecentrum en dominee Bakker uit Oosterhesselen gaf leiding aan de conferenties. In de jaren daarop floreerde het instituut en verlegde het de focus naar sociale en culturele vraagstukken en in de jaren zeventig naar medezeggenschapswerk en organisatietrainingen. In 1975 verruilde het instituut de havezate voor een moderne accommodatie.

Natuurmonumenten

Het landgoed werd in 1961 door de toenmalige eigenaresse Goddard-van der Wijck aan Natuurmonumenten nagelaten. Haar familie was sinds het begin van de negentiende eeuw eigenaar geweest en nu mocht de natuurorganisatie het stokje overnemen. Het landhuis is verbouwd en met aankopen van omliggende (natuur)gronden werd het landgoed van tweehonderd hectare uitgebreid tot ruim zeshonderd.

Boswachter Ruud Kreetz van Natuurmonumenten laat in deze uitzending van ROEG! het landgoed zien.

Lees ook:

Contact
opnemen