Vanuit het zuiden van Limburg verovert de grote bosmuis het land

Dinsdag 26 December 2023
  • De kracht van Drenthe memoryspel met de grote bosmuis (Rechten: RTV Drenthe)

De grote bosmuis is een stuk zeldzamer dan zijn broertje, de bosmuis, maar het knaagdier is bezig aan een opmars. Het is één van de soorten 'die we niet kunnen missen'. Drentse natuurorganisaties hebben een memoryspel uitgegeven met het motto: 'Om je geheugen op te frissen, deze soorten kunnen we niet missen'.

Het is onderdeel van de campagne De Kracht van Drenthe. Daarin geven de natuurorganisaties een indruk van hun werk, de samenwerking die ze aangaan en de impact daarvan. De komende dagen lichten wij tien van de planten- en dierensoorten uit waar Drenthe trots op is en die baat hebben bij natuurbeschermingsmaatregelen.

Toename

Sinds de jaren negentig van de vorige eeuw neemt het aantal grote bosmuizen langzamerhand toe. Waar liefhebbers eerder nog moesten afreizen naar Zuid-Limburg om een glimp van de bosbewoner op te vangen, heeft de Nederlandse populatie zich sindsdien langs de oostelijke grens naar boven uitgebreid. In 2012 kwam de grote bosmuis aan in Oost-Drenthe en trok daarna richting het westen. Zes jaar later werd het dier voor het eerst aan de Friese kant van het Drents-Friese Wold waargenomen.

Gunstig

De grote bosmuis houdt van oude, open eiken- en beukenbossen, met een uitgebreide struiklaag maar weinig ondergroei. Het knaagdier profiteert van het steeds ouder worden van de bossen en een toegenomen onderlinge verbinding tussen natuurgebieden. De grote bosmuis reageert sterk op mastjaren van de beuk en het lijkt erop dat de frequentie van mastjaren in de afgelopen twintig jaar is toegenomen. Ook dat lijkt voor een groeiende muizenpopulatie te zorgen.

Uiterlijk

De bosmuis en de grote bosmuis lijken erg op elkaar maar verschillen, niet verrassend, nogal in grootte. De grote bosmuis heeft grote oren en ogen, een puntige snuit en een roest- tot kastanjebruine vacht met een witte buik. Hij is tussen negen en dertien centimeter lang. De bosmuis heeft een geel- tot donkerbruine rug en een witte tot grijze buik. Hij is tussen zeven en elf centimeter lang en de helft lichter dan zijn grotere broer. Met deze soortenzoeker kun je de verschillende muizen uit elkaar houden.

(de tekst gaat verder onder de foto)

Afbeelding
De grote bosmuis heeft een roest- tot kastanjebruine vacht en een witte buik (Rechten: Saxifraga/Rudmer Zwerver)

Nacht

's Nachts komt de grote bosmuis tot leven. Het is een goede klimmer en springer die tot zes meter hoog de bomen in kruipt op zoek naar voedsel. Op het menu hazelnoten, eikels, granen, bessen en andere vruchten, jonge planten, wortels en bast. In de zomer smult het dier ook van vlinderpoppen, kevers en larven. Op verschillende plekken legt het knaagdier wintervoorraden aan, bijvoorbeeld in oude vogelnesten of ondiepe putjes.

Onderdak

Mannetjes en vrouwtjes hebben elk een eigen territorium maar stellen zich redelijk verdraagzaam op naar soortgenoten. De mannetjes leggen grotere afstanden af dan de vrouwtjes. Afhankelijk van het soort terrein en het voedselaanbod kunnen maximaal zo'n zestig dieren op een hectare leven. Het muizennest is bekleed met bladeren en mos en wordt ondergronds gebouwd, onder wortelstronken van grote bomen of in een gebruikt hol van konijnen, mollen of woelmuizen.

Voortplanting

Twee tot drie keer per jaar krijgen de vrouwtjes kinderen. Het voortplantingsseizoen loopt van maart tot oktober. Per keer worden drie tot acht jongen geboren. Na een kleine drie weken verlaten ze het nest. Als ze te ver van het nest afdwalen haalt moeder de kleintjes op en brengt ze terug naar het nest. Is een vrouwtje vroeg in het voorjaar geboren, kunnen ze datzelfde jaar nog zelf moeder worden. Gemiddeld worden de dieren vier maanden oud en maximaal anderhalf jaar.

Afbeelding
De bosmuis heeft een geel- tot donkerbruine rug en een witte tot grijze buik (Rechten: Saxifraga/Rudmer Zwerver)

Lees ook:

Contact
opnemen