‘Stierenkuilen maken een verschil’

Maandag 09 November 2020
  • Een steilrand van een stierenkuil wordt bekeken (Rechten: RTV Drenthe)

Stieren die in het wild leven, maken kuilen in de grond. Zo ook de stieren van de kudde galloways in Hart van Drenthe. Wat betekent zo'n kuil voor de natuur? Een Drentse afvaardiging nam een kijkje in de Ooijpolder bij Nijmegen. Daar wordt onderzoek gedaan naar stierenkuilen en wat er allemaal in die kuilen leeft.

Boswachter Pauline Arends en stagiair van Staatsbosbeheer Mathijs Verweij maakten een tocht nabij Nijmegen, waarbij de sporen van de stieren direct opvallen. De stieren maken met hun wilde gestamp, geveeg en geschuur open plekken in de grond. Het is een veegplek, een opening van de bodem, waar zaad makkelijker kan kiemen. "Je ziet in die veegplek dat daar de planten het beter doen dan eromheen. Die plek maakt dus een verschil", geeft Jeroen Helmer van Stichting Ark aan. Hoe dat verschil er precies uitziet, wordt momenteel onderzocht door Stichting Ark in samenwerking met de Wageningen Universiteit.

Oer-natuur

In de uiterwaarden langs de rivier de Waal grazen sinds begin deze eeuw koeien en stieren. Ze leven hier in betrekkelijke vrijheid. Helmer vergelijkt de situatie graag met de perioden net na de ijstijd toen Europa bevolkt werd door grote grazers. "Al die mammoeten, rendieren, saiga-antilopen, wolharige neushoorns, oerossen, paarden, wisenten, we hebben ze allemaal uitgeroeid", aldus Helmer. Zonder die grazers werden jonge plantjes niet meer opgegeten. "Dus het grote aaneengesloten bos, dat hebben wij op ons geweten."

In de Ooijpolder wil de stichting een soort oer-natuur laten ontstaan met een sleutelrol voor grazers en stekelstruiken. De grazers houden het gebied open, stekelstruiken geven bescherming aan jonge bomen. Uiteindelijk krijg je dan een gebied met bosjes, grote bomen en allerlei open plekken waar weer jonge bomen kunnen groeien.

Nieuw milieu

Door de kuilen die de stieren maken, ontstaat er nog een heel nieuw milieu in het gebied. Steile randen en warme zandige plekken, en dat trekt allerlei soorten insecten die er een veilig en warm plekje vinden. "Die steilrand heeft allerlei voordelen voor insecten. Je krijgt er geen regen meer in je holletje, je kunt je zand allemaal makkelijker kwijt, het is vijf graden warmer dan de omgeving. Jan en allemaal lopen niet in je holletje", geeft Helmer aan.

De stieren zijn dus met hun gegraaf en gestamp in staat om de omgeving te veranderen. En daar zijn ze soms jaren mee bezig.

 

Lees ook:

 

Contact
opnemen