Oude bossen en nieuwe natte natuur geven positieve impuls aan broedvogels

Donderdag 03 Augustus 2023
  • Bordjes voor vogelrustgebied zorgen voor rust bij grondnesten van vogels (Rechten: RTV Drenthe/Jasmijn Wijnbergen)

Bos- en moerasvogels laten een positieve ontwikkeling in Nederland zien. Dit blijkt uit het rapport 'Broedvogels in Nederland 2022'. Ook in Drenthe is dit het geval, met naast dieptepunten ook een aantal opmerkelijke successen.

Elk jaar komt Sovon met het rapport 'Broedvogels in Nederland'. Dit gebeurt in opdracht van het ministerie van Natuur. In duizenden Nederlandse gebieden is voornamelijk door vrijwilligers geteld. Drenthe hoort bij de acht provincies waar betrouwbare trends van meer dan honderd soorten beschikbaar zijn. Het rapport is een belangrijke bron voor natuurbeleid en natuurontwikkeling.

In het rapport dat vorige week uitkwam meldt Sovon dat op de lange termijn, vanaf 1990, in totaal 86 soorten een sterke of matige afname laten zien. Van 101 soorten wordt een sterke of matige toename gemeld. Van 12 soorten was de situatie stabiel of was er een onzekere trend.

Een aantal soorten zijn als 'winnaars' bestempeld: zij hadden ten opzichte van de vier jaren ervoor een goed jaar. Neem de draaihals: zo'n tien jaar geleden was de vogel zeldzaam in Drenthe, in 2022 werden er maar liefst 105 territoria geteld. Van de roodhalsfuut waren er in Nederland 18 paartjes geteld, 12 ervan in Diependal in Drenthe, het belangrijkste broedgebied. Ook de roerdomp (ook wel rietreiger genoemd) had een goed jaar, hij profiteert ook in Drenthe van de vernatting in de natuur. De boomleeuwerik had zelfs het beste jaar sinds 1990.

Rust voor de boomleeuwerik

Boswachter Lysander van Oossanen merkte ook al op dat het aantal boomleeuweriken in zijn gebied, de Kale Duinen, groeit. "Dit is het derde seizoen dat we geen begrazing meer door schapen hebben", legt Van Oosanen uit. "De schapen maakten schapenpaadjes, en daar liepen ook de mensen over. We konden wel zeggen: 'op de paden blijven', maar met al die schapenpaadjes was dat lastig uit te leggen."

"In coronatijd werd het helemaal druk, toen moesten we het meteen aanpakken. De schapenpaadjes werden afgesloten en dat heeft zoveel rust gebracht, de vogels hebben er positief op gereageerd." De boomleeuwerik maakt een nestje op de grond, bij verstoring vliegt de vogel van het nest waardoor het onbeschermd is tegen rovers. Bovendien kan het door verstoring langer duren voordat de jongen gevoerd worden. Nu er meer rust is, krijgen de boomleeuweriken een betere kans om hun jongen groot te brengen.

De grazende schapen hielden de Kale Duinen wel open. Van Oossanen: "De natuurlijke gang van het landschap is dat er weer wat gaat groeien. Het is nu heel hard werkend om het open te houden. maar niet alle bomen halen we weg, ze zijn ook heel waardevol als uitkijkpunt voor de vogels bijvoorbeeld, of als schuilplek voor insecten. Het is zoeken naar een balans."

Verschillende organisaties hebben de handen uit de mouwen gestoken om de broedvogels van de Kale Duinen te beschermen en de populaties op peil te houden. Buiten dit gebied gaat het in Drenthe niet zo goed met de boomleeuwerik.

Waterrijke natuur zorgt voor voedsel

Van de grauwe klauwier was al langer bekend dat ie in een opwaartse trend zat. Maar de populaties van deze soort waren niet eerder zo hoog. Erik Bloeming, vogelonderzoeker en boswachter, noemt als een van de belangrijkste oorzaken de waterbuffers, de nieuwe natte natuur, waar volop insecten te vinden zijn. De grote insecten vormen namelijk het belangrijkste voedsel voor deze vogels. De grauwe klauwier staat bekend om het aanleggen van voorraadjes: de prooi wordt op een stekel of doorn geprikt om later op te eten.

Bloeming: "Als de grauwe klauwier aankomt in mei, dan zijn er dankzij het water direct goede grote insecten. Ook de jongen hebben later genoeg insecten: de vogels weten die waterrijke randen van het natuurgebied heel goed te vinden. Er waren dit jaar ruim honderd broedparen." Het dieptepunt voor de vogel in het Bargerveen was in 2002, toen er nog maar 50 broedparen waren. Door natuurherstel kon vanuit het Bargerveen de soort zich herstellen en zich weer over Nederland verspreiden.

Nieuwkomers

Ook relatieve nieuwkomers hebben een positieve trend, wat ook in Drenthe te zien is. De oehoes hadden zeven territoria in Drenthe, de zeearenden brachten vorig jaar voor het eerst twee jongen groot in Drenthe.

Naast de positieve resultaten zijn er soorten die flink in aantallen afnemen. Vorig jaar bereikten 26 van de 199 soorten hun laagste index sinds 1990. De kleine barmsijs bijvoorbeeld, die wordt nauwelijks nog in Zuidwest-Drenthe (voorheen een kerngebied) waargenomen. De porseleinhoen had een slecht jaar, evenals het Kleinst Waterhoen. De populatie zwarte kraaien is in de bossen op de Drentse zandgronden gehalveerd. En de afname van de heggenmus is in onder meer Drenthe het sterkst.

Contact
opnemen