Januari is begonnen, en dat is een extra zware maand voor vogels. De Vogelbescherming geeft advies hoe je de de vogels kunt helpen.

Vanwege de kou hebben ze veel energie nodig om hun lichaam warm te houden. Daardoor hebben ze minder energie om voedsel te zoeken. Bovendien zijn de dagen kort, waardoor ze minder tijd hebben om eten te vinden.

Als het ook nog gaat vriezen of sneeuwen, komen ze helemaal in de problemen. De bodem is bij vorst te hard is om er met de snavel in te prikken, het water is bevroren waardoor ze niet bij vis kunnen en bij sneeuw zijn insecten nog moeilijker te vinden. 

Om het vogels wat gemakkelijker te maken, kun je ze helpen. De Vogelbescherming geeft vijf tips.

1. Een vette hap
Omdat vogels zoveel energie verbruiken kunnen ze wel een vette hap gebruiken. Vetbollen zijn daar ideaal voor. Je kunt ze kopen (zonder netje) of zelf maken. Gebruik hiervoor ongezouten frituurvet, smelt dit in een pannetje en voeg vogelvoer toe. Laat het drogen in de vorm die je wilt, bijvoorbeeld een tulband of een kopje. Of hang er een touwtje in om het vet te kunnen ophangen.

2. Zonnebloempitten en pinda's
In zonnebloempitten en pinda's zit ook veel vet. Vooral koolmezen, sijsjes, pimpelmezen, spechten en boomklevers zijn dol op pinda's. Om ze gemakkelijker aan een ketting te rijgen, kun je er eerst met een spijker een gat in prikken. 

3. Nestkast tegen de kou
Vogels gebruiken nestkastjes niet alleen in de lente, maar ook in de winter om te overnachten. Vaak doen ze dat niet alleen, maar slapen ze met meerdere vogels in een kast.

4. Hoe natuurlijker, hoe beter
Een boom of een struik is voor vogels een goede plek om te schuilen, om te broeden en om voedsel te vinden. Een goede reden dus om er één of meer in je tuin te zetten. Kies bijvoorbeeld voor struiken met bessen, dat is extra voedsel voor de vogels. 

5. Rommelhoekje
Maak in een hoekje in de tuin waar je de boel de boel laat. Laat planten hun gang gaan, leg er wat takken en stenen neer en stapel ze eventueel op tot een soort muurtje. Hier kun je ook prima de afgevallen bladeren kwijt. 

Een rommelhoekje is namelijk ideaal voor kleine vogels, maar ook voor kleine dieren, egels en insecten. Vooral merels, huismussen, heggenmussen en insecten zijn dol op deze hoekjes. Ze vinden er insecten om te eten en kunnen ook dekking zoeken. En als de lente begint, kunnen ze er hun nest bouwen.

Bron: Vogelbescherming