"Als de citroenvlinders vliegen, komen de adders ook te voorschijn", zegt boswachter Albert Henckel. En jawel, afgelopen weekend werden de eerste zonnende adders op het bekende adderwalletje bij de radiotelescoop gezien.
Zo gauw het mooi weer wordt in het vroege voorjaar wordt het spannend: liggen er al adders of nog niet? Het team van ROEG! was gisteren op het Dwingelderveld bij het bekende adderwalletje voor de radiotelescoop en daar was het raak: natuurfotografen met grote lenzen en adders die net uit de winterslaap kwamen.
Is dat vroeg? Boswachter Albert Henckel vindt het meevallen: "Het is hooguit aan de vroege kant. Maar ik heb ze ook wel gezien terwijl er nog sneeuw lag."
Geen gewoon walletje
Voor de radiotelescoop ligt een walletje, begroeid met wat heide en struiken. Het lijkt een gewoon walletje zoals er zoveel in Drenthe zijn maar schijn bedriegt: hier bevindt zich een heus hibernaculum.
Henckel: "Dat is een plek waar adders samen overwinteren. In het buitenland zijn wel plekken bekend waar meer dan honderd adders bij elkaar kruipen, maar hier hebben we er nooit meer dan een stuk of vijf bij elkaar gezien.
Sperma moet rijpen
De adders liggen hier niet zomaar, omdat ze een beetje warm willen worden. De slangen die nu tevoorschijn komen zijn de mannetjes, en die moeten warmte verzamelen om hun sperma te laten rijpen. Over een tijdje komen de vrouwtjes en dan vindt al snel de paring plaats.
De mannetjes verdwijnen dan weer en dan zie je vooral vrouwtjes liggen, die moeten hun eieren laten rijpen. Adders zijn reptielen waarbij de eieren in het lichaam van het vrouwtje uitkomen. Zo zijn ze aangepast aan koudere omstandigheden. Een ander reptiel dat veel in Drenthe voorkomt, de levendbarende hagedis, doet het net zo.
Rust is belangrijk
"Omdat die adders echt warmte nodig hebben om jongen te krijgen is rust heel belangrijk, ze moeten niet te veel verstoord worden", zegt de boswachter. "Nou zijn ze bij de telescoop wel wat gewend, het is daar een echte hotspot om adders te zien, maar het is wel belangrijk dat mensen zich aan de regels houden en de adders niet verstoren."
Omdat het in het verleden wel eens misging, hebben we er een draadje gespannen. En als iedereen daar achter blijft is er niets aan de hand."
Toeristen tussen de adders
Het walletje waar de adders op liggen is trouwens redelijk nieuw: "Op oude ansichten kun je zien dat het terrein gewoon vlak was. Waarschijnlijk is de weg later wat uitgesleten en daardoor het walletje ontstaan. Vroeger gingen toeristen ook lekker op het walletje in de zon zitten, dan zaten ze gewoon tussen de adders in. Dat werd een beetje gevaarlijk, dus toen zijn er wel eens een paar adders weggehaald en verder op de hei uitgezet, maar het is altijd een hotspot gebleven."
Omdat het walletje een belangrijke plek is voor adders wordt het goed onderhouden. "Dat doen we samen met de Junior Rangers van het Nationaal Park", zegt Henckel. "We halen hier en daar wat struiken weg, zodat er open plekken blijven waar de adders kunnen zonnen."
Zelf adders zien?
Het vroege voorjaar is de beste tijd om adders te zien. Maar ook dan valt het niet mee, want ze hebben een heel goede schutkleur. Wil je zelf een adder zien? Bij de radiotelescoop op het Dwingelderveld is het niet moeilijk: je moet dan goed kijken welk plekje de natuurfotografen in het vizier hebben en natuurlijk achter het draadje blijven.
In Nederland komen drie soorten slangen voor: de ringslang, de gladde slang en de adder. De adder is de enige giftige slang. Een beet is niet dodelijk, maar kan wel pijnlijk zijn. Trek daarom goed schoeisel aan als je gaat wandelen en blijf op de paden. Adders zonnen ook op de paden, maar daar kun je ze wel goed zien liggen. Let ook daar op, want in het vroege voorjaar zijn de adders nog sloom en kunnen niet snel wegglippen.