Landschapsbeheer Drenthe organiseert begin juni een cursus over het snoeien van hoogstamfruitbomen in de zomer. Dat seizoen is ideaal om snelgroeiende volwassen fruitbomen die al de juiste vorm hebben, te snoeien.
Veel boerderijen in Drenthe hadden vroeger een boomgaard of hof met verschillende soorten fruitbomen. Landschapsbeheer Drenthe hecht aan de cultuurhistorische waarden van dit erfgoed en stimuleert de inrichting en het onderhoud van boomgaarden in de provincie.
Zomersnoei
Het snoeien in de zomer heeft voordelen ten opzichte van het snoeien in de winter. In de zomer trekt de sapstroom zich terug waardoor de reactiegroei van de boom beperkt is. Gesnoeide takken groeien minder snel terug en er ontstaat minder snel waterlot rond de snoeiwonden. Bovendien herstelt de snoeiwond sneller in de zomer dan in de winter. De vruchttakken krijgen door het snoeien meer ruimte en licht waardoor de kans op ziektes en schimmels afneemt.
Boomgaard
Hoogstamfruitbomen zijn afkomstig uit de Kaukasus en Klein-Azië. Gedacht wordt dat de Romeinen de fruitsoorten, waaronder appel, peer, kers en pruim, meenamen naar het noorden. In de tweede helft van de vijftiende eeuw kregen veel boerderijen een boomgaard met verschillende fruitbomen. Op de grond groeide gras waar het vee op graasde. Sinds de jaren zestig van de vorige eeuw is de boomgaard zijn economische betekenis verloren en verdween deze langzaam maar zeker uit het landschap.
Verhaal gaat verder onder de foto
Waardevol
In het verleden waren boomgaarden vooral waardevol vanwege het fruit dat ze opleverden. Tegenwoordig worden de boomgaarden ook op andere vlakken gewaardeerd. Zo is er sprake van een landschappelijke waarde omdat ze bijdragen aan afwisseling in het landschap. Vooral in het voorjaar zijn bloeiende fruitbomen blikvangers in een regio. Denk maar aan de tweeduizend perenbomen langs de lange Dr. Larijweg in Ruinerwold. Maar ook in de winter is het hoogstamfruitboomsilhouet een karakteristiek beeld.
Net als andere landschapselementen waaronder houtwallen, broekbosjes en bomenrijen, vertellen boomgaarden iets over de agrarische geschiedenis van onze provincie. Vaak zijn diegenen die bij een boerderij of rond oude agrarische bebouwingen liggen, het oudst met veel verschillende soorten fruitbomen. Daarnaast zijn ze van belang voor de biodiversiteit. Niet alleen insecten komen er graag, ook vogels waaronder spechten en verschillende uilen, vleermuizen en allerlei zoogdieren zoeken de boomgaard op.
Hoog, half, laag
Behalve hoogstamfruitbomen zijn er ook halfstam- en laagstamfruitbomen. De bomen worden in verschillende categorieën ingedeeld naargelang de hoogte van de eerste zijtakken. Groeien de eerste zijtakken op minimaal tachtig centimeter boven de grond, dan spreken we van een hoogstamfruitboom. De onderste zijtakken van een halfstamfruitboom groeien tussen honderdtwintig en honderdvijftig centimeter boven de grond. Een laagstamfruitboom of struik heeft de eerste takken op zo'n vijftig centimeter boven de grond. Hoogstammen worden zo'n acht meter hoog, halfstambomen vijf tot zes meter en struikvormen vier tot vijf meter.
Cursus
De cursus bestaat uit twee delen, een online avondprogramma op donderdag 9 juni en een praktijkles in Westerbork op zaterdag 11 juni, en wordt gegeven door Karin Edens van snoeibedrijf De Boomgaard. Tijdens de cursusavond leren de deelnemers meer over het snoeien in de zomer en krijgen ze praktische tips aangereikt. Aanmelden kan via de website van Landschapsbeheer Drenthe. De kosten bedragen 35 euro, voor vrijwilligers van Landschapsbeheer Drenthe is deelname gratis.