Reeën zijn echte fijnproevers

  • In een weiland vallen reeën goed op (foto: Saxifraga/Mark Zekhuis)

Heb jij ze wel eens in een weiland zien staan? Of misschien heb je wel eens eentje weg zien springen in het bos.

Reeën zijn goed verstopt dankzij hun schutkleuren. De kleuren van het dier lijken zo op de kleuren van zijn omgeving dat je het bijna niet ziet. Maar in een fris groen weiland vallen de bruine dieren wel meteen op.

Op het menu
Het zijn echte fijnproevers die reeën, het liefst smullen ze van lekker malse blaadjes en mals gras. Als dat er niet is, eten ze ook eikels en de bast van bomen.

Daarmee verraden ze ook direct hun aanwezigheid. Let er maar eens op in het bos: zie je stukjes boomstam waaraan geknabbeld is? Dat zou zomaar een ree geweest kunnen zijn.

Reeënsporen
Andere sporen die je kunt vinden zijn veegsporen. De mannetjes nemen planten of takken tussen het gewei en schudden hiermee. Zo laten ze geursporen achter en weten andere mannen dat dit stuk bezet is.

Reeën overnachten niet in een hol of een hut maar maken een klein kuiltje in de bosgrond. Nadat ze 's ochtends zijn opgestaan, kun je dit kuiltje nog steeds herkennen aan de platgedrukte planten.

En reeën gebruiken, net als dassen, steeds dezelfde routes in het bos. Die weggetjes noemen we wissels. Ze zien eruit als kleine paadjes.

Net als een ree
Ben je benieuwd hoe ver een ree kan springen? Probeer het zelf maar eens: net zo ver springen als een ree.

Contact
opnemen