Je kan gewoon goed zoeken tussen stenen, planten, oud hout of afgevallen bladeren en takken. Want daar verstoppen bodemdiertjes zich vaak. Maar je kan de diertjes ook vangen. Een paar handige vangtechnieken van IVN Natuureducatie:
Stampende vogel nadoen
Heb je wel eens gezien dat vogels op het gras stampen? Ze lokken zo de wormen naar boven, zodat ze makkelijk te vangen zijn. Er zijn twee redenen waarom wormen naar boven komen. Maar helemaal zeker weten de wetenschappers het niet.
· Het kan zijn dat wormen door de trillingen denken dat het regent. Als het regen komen ze graag boven de grond, zodat ze makkelijk boven de grond op pad kunnen zonder uit te drogen.
· Door de trillingen denken wormen dat er een mol aan komt en om te voorkomen dat ze opgegeten worden vluchten ze gauw naar boven.
Doe ook zoals een vogel en zet de schep in de grond en beweeg deze regelmatig heen en weer zodat er trillingen ontstaan.
Takken schudden
Sommige bodemdieren reizen wel eens af naar boven. Ze verschuilen zich een tijdje in een struik of boom. Slakken bijvoorbeeld gaan daar graag algen of jonge blaadjes eten.
Zoek een struik of boompje uit waar je goed bij kunt. Leg een (lichtgekleurd) laken op de grond onder deze struik. Schud voorzichtig de struik of het boompje een beetje heen en weer. Kijk daarna op het laken welke beestjes allemaal uit de struik zijn gevallen.
Met een net
Veel bodemdieren zitten ook tussen de grassprietjes. Ga met een net voorzichtig door het gras heen. Houd het net tegen de grond aan, loop vijf stappen, draai je dan om en loop vijf stappen terug. Kijk nu in het net of je iets hebt gevangen.
De keukenpapierproef
Zoek een kaal stukje bodem. Leg daar vier keukenpapiertjes op elkaar. Giet er water op. Leg er een donkere vuilniszak op. Leg op de vier puntjes van de zak steentjes, zodat de zak niet weg kan waaien. Kijk na twee dagen welke beestjes zich verstopt hebben op dit lekker natte donkere plekje.