Wilde bijen hebben meer nodig dan een insectenhotel en een paar bloemen

Vrijdag 09 April 2021
  • Slechts 10 procent van de wilde bijen heeft iets aan een insectenhotel (Rechten: RTV Drenthe/Marike Goossens)

Wilde bijen hebben het zwaar. Het aantal bijen én het aantal soorten neemt af. In de lezing 'Wilde bijen in verdrukking. Hoe kun je ze helpen?' legt Diliana Welink, gids bij Het Drentse Landschap, uit hoe we de wilde bij echt uit de brand kunnen helpen. En dat gaat verder dan een insectenhotel plaatsen en wat bloemetjes planten.

"Bloemetjes zaaien is natuurlijk prima, maar het pakt niet altijd goed uit. Dat vind ik ontzettend zonde. Daarom vertel ik over de levenswijze van bijen, zodat mensen vervolgens zelf kunnen bedenken wat zij in hun situatie kunnen doen. Iedere tuin of omgeving is weer anders," aldus Welink.

Voldoende voedsel

Het eerste wat wilde bijen nodig hebben is voldoende voedsel om zelf te overleven en hun jongen groot te brengen. Welink: "In vergelijking met andere insecten zijn bijen kwetsbaar omdat zij hun larven 'bloemen' voeren, stuifmeel om precies te zijn. De rupsen van vlinders bijvoorbeeld eten planten. Om één larve groot te brengen zijn al heel wat bloemen nodig. Als je dan ook nog een specialist bent - sommige bijen leven slechts van één soort bloem - moeten dat veel bloemen van dezelfde soort zijn.

Bijkomend probleem is een verschuiving in de bloeiperiode van bepaalde planten, als gevolg van de toenemende temperatuur. Planten reageren daarop en bloeien eerder. Maar bijen reageren op andere prikkels en komen daardoor te laat tevoorschijn. Hun favoriet kan dan al uitgebloeid zijn. En de veranderende temperatuur is ook van invloed op het soort planten dat bloeit: exotische soorten doen het beter en verdringen inheemse planten.

Bloemen

"Er is dus een bepaalde massa aan bloemen nodig," aldus Welink. "Ik krijg een dubbel gevoel bij een inzaaiactie van één vierkante meter, met een paar bloemen van verschillende soorten. Je bereikt pas echt wat als alle buren meedoen." Het zaaigoed moet bovendien aan bepaalde eisen voldoen: onbehandeld zaad van inheemse soorten met bloemen waarin de nectar en het stuifmeel bereikbaar zijn.

"Wilde bijen, met uitzondering van hommels kunnen niet verder dan honderd tot driehonderd meter vliegen. De afstand tussen het nest en het voedsel moet dus heel erg kort zijn. Zaai bloemetjes daarom in de buurt van nestgelegenheid, dan hebben de bijen er pas wat aan."

Geschikte nestgelegenheid

Van alle bijensoorten nestelt 80 procent zich in de grond. "Ze knagen een gangetje en een kraamkamer, leggen daar een klompje stuifmeel in dat precies genoeg is voor één larve en knagen dan de volgende kraamkamer. Diep in de grond spitten is dus niet zo handig."

Ongeveer 10 procent nestelt in gangetjes in stengels of in hout. Alleen voor die soorten heeft een bijenhotel zin. "Een nadeel van een bijenhotel is dat je de insecten daar clustert, parasieten weten zo ook waar ze moeten zijn. Het hotel kun je het best zelf maken. Zorg voor een dichte achterkant, gladde gangen zodat het insect zich niet bezeert met de juiste dikte, en plaats het in de zon en in de buurt van bloemen."

De rest van de wilde bijen zijn parasieten, ook wel koekoeksbijen genaamd. De vrouwtjes maken gebruik van de nesten van andere bijen. Als de bij even niet oplet, sluipt de koekoeksbij het nest binnen en legt er een ei. In ons land komen tientallen soorten koekoeksbijen voor, waaronder wespbijen en bloedbijen. Sommige van hen zijn gespecialiseerd in één gastheer, anderen zijn minder kieskeurig.

Bijenhulp

"Wilde bijen hebben dus voldoende aanbod nodig van bloeiende bloemen, met nectar en stuifmeel, tussen februari en november, én zonnige en droge nestelplaatsen in de grond, in boomkluiten, holle stengels of dood hout. Ook microreliëf in de omgeving is belangrijk. Struikjes en reliëf bieden beschutting, oriëntatiemogelijkheden, warmte en nestmateriaal. Kortom: zowel in de tuin als in natuurgebieden mag het een rommeltje zijn."

Lees ook:

Contact
opnemen