Vogels Dwingelderveld langere vleugels door klimaatverandering

Donderdag 05 December 2019
  • De bonte vliegenvanger (Ficedula Hypoleuca) (foto: Saxifraga - Mark Zekhuis)

Amerikaanse onderzoekers van het Field Museum in Chicago maakten vandaag bekend dat vogels kleiner worden én langere vleugels krijgen door klimaatverandering. De afgelopen veertig jaar onderzochten zij meer dan 70.000 vogels van 52 verschillende vogelsoorten. Deze laten allemaal dezelfde verandering zien, meldt RTL Nieuws.

Hoogleraar dierecologie bij de Rijksuniversiteit Groningen Christiaan Both doet op het Dwingelderveld onderzoek naar de bonte vliegenvanger en ziet ook bij deze vogelsoort veranderingen: "In de afgelopen dertien jaar hebben we kunnen zien dat de bonte vliegenvanger langere vleugels heeft gekregen. We hebben niet gezien dat hij kleiner is geworden."

Langere vleugels

De bonte vliegenvangers hebben volgens Both naar alle waarschijnlijkheid langere vleugels gekregen om de volgende reden: "De vogel overwintert in Afrika en broedt noordelijker, zoals hier op het Dwingelderveld. Door de opwarming van de aarde wordt het op hun broedplaats steeds warmer. Daardoor zijn daar steeds eerder in het jaar meer insecten, zoals rupsen. De voedselpiek, het moment waarop er de meeste insecten te eten zijn voor de vogels, verschuift dus naar eerder in het jaar. Dat hebben de vogels, die op dat moment nog in Afrika overwinteren, niet door. Door de klimaatverandering zouden ze dus eigenlijk eerder op hun broedplaats moeten zijn om genoeg te eten te krijgen. Vogels met langere vleugels kunnen langer trekken, dus hun reis van overwinterplaats naar broedplaats zou door de langere vleugels korter kunnen duren. Door deze verandering zouden ze dus op een beter moment in het seizoen, wanneer er meer eten voor handen is, aankomen."

Het was op zich wat we verwachtten, maar het is wel een bewijs van de klimaatverandering"
Christiaan Both - hoogleraar dierecologie

In Drenthe zijn er zo'n 1.500 tot 2.000 paar bonte vliegenvangers en op het Dwingelderveld zo'n 300, schat Both.

De hoogleraar ziet dus niet dat de bonte vliegenvangers kleiner zijn geworden, maar kan wel inzien hoe Amerikaanse onderzoekers tot hun conclusie zijn gekomen: "Of het is voor de vogels voordeliger om kleiner te zijn, of ze leven onder slechtere omstandigheden." Van koolmezen bijvoorbeeld weet Both dat ze door de jaren heen wél kleiner zijn geworden.

Schokkend?

Hoofdauteur van het onderzoek Brian Weeks noemt de uitkomsten van het onderzoek 'schokkend', omdat het effect werd vastgesteld bij alle onderzochte vogelsoorten, hoe verschillend dan ook. Both vindt de uitkomsten niet schokkend: "Het was op zich wat we verwachtten, maar het is wel een bewijs van de klimaatverandering."

Onderzoeker bij het Koninklijk Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee (NIOZ) dr. Jan van Gils vindt de uitkomsten wél schokkend. Van Gils onderzoekt kanoeten, een soort wadvogel die niet in Drenthe voorkomt. Dit soort vogels is in de loop van de jaren wél kleiner geworden. Dat is volgens Van Gils een voorbode of 'early warning signal' dat het slecht gaat met bepaalde soorten vogels, want "als organismen kleiner worden, sterven ze eerder uit". Dit is onder andere gebleken uit onderzoek van geologen, waaruit bleek dat een soort paarden 50 miljoen jaar geleden steeds kleiner werd en uiteindelijk uitstierf, vertelt van Gils. Ook hijzelf signaleerde tijdens zijn onderzoek dat kleinere exemplaren van de kanoet moeilijker overleefden.

Binnen de wetenschap bestaan verschillende opvattingen over waarom de vogels kleiner worden en wat daar de gevolgen van zijn, maar dat er vogelsoorten zijn die kleiner worden, wordt vanuit meerdere onderzoeken bevestigd.

Contact
opnemen