Hunzeloop: spot lepelaars en het grootste knaagdier van Europa

Vrijdag 20 September 2019
  • De grote zilverreiger herken je aan zijn witte veren, gele snavel en zwarte poten (Foto: Saxifraga/Bart Vastenhouw)
  • Met een spanwijdte van twee meter is de zeearend in de lucht niet te missen (Foto: Saxifraga/Martin Mollet)
  • De bever is sinds 2008 weer te vinden langs de Hunze (Foto: Saxifraga/Mark Zekhuis)

Natuur, cultuur en geschiedenis staan centraal tijdens de jaarlijkse Hunzeloop. Het wandelavontuur vindt op 21 september plaats. ROEG! blikt vooruit op de route door een aantal dieren op een rij te zetten die je met een beetje geluk tegen kan komen.


Wandelaars komen tijdens de Hunzeloop door Tusschenwater, het Annermoeras en het Hunzedal. Deze plekken zijn een waar paradijs voor vogels, maar ook andere dieren weten het gebied te vinden. Tip: neem zeker een verrekijker mee!
 
Bever
Het Groninger Landschap en Het Drentse Landschap hebben in 2008 bevers uitgezet langs de Hunze en het Zuidlaardermeer. In het gebied leven inmiddels meerdere beverfamilies. Ook in Tusschenwater is de bever inmiddels gesignaleerd. “Als wandelaars goed opletten, zien zij dat de bever her en der al aan het knagen is geweest”, vertelt boswachter Bertil Zoer van Het Drentse Landschap.
 
De bever is zeventig tot honderd centimeter lang. Hij is daarmee het grootste knaagdier van Europa. De achterpoten van de bever hebben zwemvliezen en met zijn platte staart kan hij goed door het water sturen. De grote voortanden van de bever zijn het meest kenmerkend. Hiermee kan hij allerlei soorten hout doorknagen, want in de winter eet hij voornamelijk de bast van bijvoorbeeld de populier en wilg.

Lepelaar
Het gaat goed met de lepelaar in Nederland. Dat is weleens anders geweest. In de jaren zeventig van de vorige eeuw waren er nog maar honderdzeventig broedparen in ons land. Door beschermingsmaatregelen zijn dit er inmiddels ruim tweeënhalfduizend. Ook in Tusschenwater is de lepelaar al meermaals gezien.
 
De vogel dankt zijn naam aan zijn afgeplatte snavel, die eruitziet als een lepel. Verder heeft de vogel een wit verenkleed met een geeloranje vlek op de borst. Het menu van de lepelaar is divers. In zoetwatergebied eet hij vooral kleine visjes, zoals stekelbaars. In zoutwatergebieden zijn garnalen favoriet. Daarnaast eet hij ook graag sprinkhanen, krekels, wantsen en watertorren.


Foto: Saxifraga/Mark Zekhuis

Zeearend
Je moet veel geluk hebben, maar de kans bestaat dat je de zeearend ziet. Sinds 2006 broedt hij in ons land. Vorig jaar werden er in het gebied rond het Zuidlaardermeer twee jongen geboren. Deze grote roofvogel heeft een spanwijdte van zo’n twee meter. In de lucht is hij dus niet te missen.
 
De zeearend eet vooral vis, maar lust ook graag watervogels zoals eenden, koeten en jonge ganzen. Het is daarom niet verrassend dat de vogel vooral van waterrijke gebieden houdt. De zeearend zit vaak hoog in de boom om over het gebied uit te kijken. 

Het gaat goed met natuurgebied Tusschenwater. Lees er hier meer over.  

Otter
In Tusschenwater zijn geursporen van de otter gevonden. Dit toont aan dat het dier dit natuurgebied heeft ontdekt. Gedurende de tweede helft van de twintigste eeuw is de otter in Nederland uitgestorven. Dit kwam bijvoorbeeld door vernietiging van het leefgebied, door verdrinking in visfuiken en door de jacht. Sinds 2002 is de otter weer in Nederland te vinden. Dit komt door aanpassingen aan fuiken en het herstel van de waterkwaliteit en zijn leefgebied.
 
De otter is schuw en vooral ’s nachts actief. Dit betekent niet dat er geen enkele kans is om het dier tijdens de Hunzeloop tegen te komen, want bij mooi weer ligt hij graag te zonnen. Het favoriete maaltje van de otter is vis. Dat de otter Tusschenwater heeft ontdekt, betekent dus dat er genoeg vis in het gebied te vinden is. 


Foto: Pixabay/Milesl

Grote zilverreiger
Met zijn witte verendek, gele snavel en zwarte poten is deze reiger niet te missen. In de broedtijd zit hij onder andere in rietmoerassen. In de winter zijn er meer van deze soort in ons land. Dan komen er namelijk veel reigers uit Zuid- en Oost-Europa om hier te overwinteren.
 
Deze reiger eet vooral vis, maar lust ook een kikker, muisje of een molletje op zijn tijd. Net als de blauwe reiger vangt hij zijn voedsel door lang stil te staan tot zijn prooi in de buurt komt om hem vervolgens met zijn snavel te vangen en op te eten. De grote zilverreiger zoekt meestal naar zijn voedsel in ondiep water. In Tusschenwater is hij al vaak gezien. Grote kans dat je het dier dus onderweg tegenkomt.

Wil je weten wat je tijdens de Hunzeloop nog meer tegenkomt? Lees hier meer over de route.

Contact
opnemen