Hoogveen in Fochteloërveen herstelt in matten van aardappelzetmeel

Maandag 16 Augustus 2021
  • Eén van de proefmatten in het Fochteloërveen waar met succes nieuw Hoogveen groeit in diep en open water (Rechten: RTV Drenthe/Serge Vinkenvleugel)

Er groeit hoogveen terug op plekken in het Fochteloërveen waar het uit zichzelf nooit meer zou terugkeren. Dat blijkt uit een succesvolle proef met drijvende afbreekbare bio-matten in het water. Op die matten krijgen de piepkleine veenmosplantjes een groeikans, die ze anders nooit zouden krijgen.

De vorming van hoogveen is sowieso een traag proces, dat zelfs onder gunstige omstandigheden eeuwen tot millennia kan duren. Veen groeit namelijk zeer langzaam. Maar in de diepere open poelen en meertjes in de veengebieden, die zijn ontstaan door het afgraven van het veen, wil het hoogveen helemaal niet meer aangroeien. Die open waters zijn te diep en er komt te weinig licht in.

Maar een proef in het Fochteloërveen met drijvende matten van aardappelzetmeel lukt het wel om midden in het water hoogveen te laten groeien. De matten zijn van BESE en natuurherstelonderzoeker Ralph Temmink legt uit hoe het werkt.

(verhaal gaat verder onder de video)

Herstel van hoogveen in het Fochteloërveen, het op gang brengen van aangroei van zeegras of zeekraal, koraal of mangrovebossen terug krijgen op plekken waar jonge boompjes anders weer weg zouden spoelen; de aardappelzetmeelmatten zijn in vele waterrijke natuurtypen toepasbaar, zegt maritiem bioloog Malenthe Teunis uit De Wijk.

Samen met haar team trekt Teunis de halve wereld over met de aardappelzetmeelmatten van BESE. De matten zijn bedacht door haar teamgenoot, maritiem bioloog en BESE-eigenaar Wouter Lengkeek.

(verhaal gaat verder onder de video)

Maar ook met hulp van de BESE-matten in de diepere open wateren van het Fochteloërveen zijn onze laatste stukjes hoogveen nog lang niet gered van de ondergang. Het gaat namelijk heel slecht met het hoogveen. Ook op plekken waar geen open of minder diep water is, hebben veenmossen moeite om te groeien. Niet alleen in het Fochteloërveen, maar ook in andere veengebieden zoals het Bargerveen. Grassoorten en berkenbomen belemmeren de aangroei van nieuw veen. Oorzaak: de mens.

Boswachter Jacob de Bruin van Natuurmonumenten legt uit waarom het veen ziek en lek is.

(verhaal gaat verder onder de video)

"Veel mensen die hier door het Fochteloërveen fietsen of wandelen zeggen: 'Mooi die natuur hier!' En dan wijzen ze naar de berkenbomen en het pijpenstrootje. Maar die horen hier dus helemaal niet", zegt De Bruin.

Ondanks dat er niet veel plekken zijn waar het veen helemaal vanuit zichzelf terugkomt, zijn ze er wel. Ook in het Fochteloërveen. Op open plekken in kleine putten met niet te diep water waar geen berken en pijpenstrootjes groeien, krijgt het veenmos wel een kans.

Door: Serge Vinkenvleugel

Contact
opnemen